stikken van (v) (algemeen) | estar lotado de (v) (algemeen) |
stikken van (v) (algemeen) | estar infestado de (v) (algemeen) |
stikken van (v) (overvloed) | pulular de (v) (overvloed) |
stikken van (v) (overvloed) | estar cheio de (v) (overvloed) |
stikken van (v) (algemeen) | pulular de (v) (algemeen) |
stikken van (v) (algemeen) | estar cheio de (v) (algemeen) |
stikken van (v) (algemeen) | fervilhar de (v) (algemeen) |
stikken van (v) (overvloed) | estar lotado de (v) (overvloed) |
stikken van (v) (overvloed) | estar infestado de (v) (overvloed) |
stikken van (v) (overvloed) | fervilhar de (v) (overvloed) |